dinsdag 17 februari 2015

Pappardelle met munt-amandelpesto

Als je vegetarisch kookt is het wel handig om een soort menusysteem in te voeren.  Zo eten wij de maandag bij voorbeeld altijd quiche omdat het snel klaar is en omdat ik een stukje bewaar als lunch voor dinsdag. Dinsdag is het dan een stoofschotel die ik dikwijls al in het weekend maak. En woensdag is pastadag. Je kan de start van Dagen Zonder Vlees dus inzetten met deze lekkere vegetarische pastaschotel.




Wat heb je nodig? (voor 2 personen)
  • 250 gram pappardelle (of een andere lintpasta zoals linguine, fettuccine of tagliatelle)
  • 200 gram kerstomaten (vers of uit blik)
  • 1 el olijfolie
  • 40 gram amandelpoeder
  • 20 blaadjes munt - gesnipperd
  • 5 blaadjes salie - gesnipperd
  • 1 teen look - geperst
  • 1 citroen [schil geraspt – 1 el sap]
  • ½ kl dijonmosterd
  • 75 cc olijfolie
  • p&z (bij voorkeur vers gemalen zwarte peper en zeezout)
  • Parmezaanse kaas of pecorino – geschaafd of geraspt

Hoe maak je het?
  1. Doe 1 el olijfolie in een pot en zet op een laag vuur. Doe de kerstomaten erbij als de olie warm is (niet heet). Laat de tomaten heel zachtjes warm worden. De tomaten moeten nog een beetje heel blijven, maar wel een soort saus vormen. Breng op smaak met een snuifje zout en een beetje peper.
  2. Breng een grote pot water aan de kook voor de pasta. Doe de pasta en 1 kl zout in het kokende water en kook de pasta al dente.
  3. Maak ondertussen de pesto. Doe de amandelbloem, de gesnipperde kruiden, de citroenschil, de mosterd en het geperste lookteentje in een mixerbeker (of in een blender). Giet er de olijfolie bij en mix met de staafmixer tot je een dikke saus hebt. Breng op smaak met p&z en citroensap.
  4. Giet de gare pasta af en doe hem onmiddellijk weer in de pot (er mag nog vocht aanhangen).  Meng de pesto onder de pasta.
  5. Schep de pasta in verwarmde borden, leg er enkele eetlepels kerstomaten op en een beetje kaasschaafsel.

Buon appetito!

zondag 15 februari 2015

Chili sin carne

Vandaag begint Carnaval. Carnaval luidt de vastentijd in. De term zou afgeleid zijn van het Latijnse “Carne, vale!” ofwel “Vaarwel vlees”. De moderne vastentijd heet Dagen Zonder Vlees. Naar aanleiding van deze campagne zijn wij enkele jaren geleden bewuster gaan eten en hebben we ons op de vegetarische recepten gestort.  Op de blog zal je ook de komende weken lekkere en simpele veggiegerechten terugvinden.
Vaarwel vlees, dus de Chili con carne wordt een chili sin carne. Maak de chili een dag op voorhand of begin er vroeg genoeg aan. Hoe langer de chili pruttelt hoe lekkerder.




Wat heb je nodig? (voor 4 personen)

Voor de chili
  • 3 el olijfolie
  • 2 grote uien - versnipperd
  • 3 teentjes look - geperst
  • 1 rode paprika – in hapklare blokjes
  • 250 g rode of bruine bonen - 1 bokaal uitgelekt en gespoeld
  • 2 blikken hele tomaten van 400 gram – in stukjes gesneden
  • 250 gram champignons – in hapklare blokjes
  • 2 kl pimentón [of 1 kl paprika en ½ kl chilipoeder]
  • 1 kl oregano
  • 1 el gemalen komijn
  • 1 kl kaneel
  • 1 kl bittere cacao (= zonder suiker)
  • 10 gram donkere chocolade [ als je geen cacao hebt mag je 20 gram gebruiken]

Voor de guacamole
  • 2 rijpe avocado’s
  • een kleine sjalot gesnipperd
  • een kneep limoen/citroensap een beetje tabasco of chili
  • p&z
  • blaadjes groene koriander (naar smaak) 
Extra's
  • 1 grote sjalot in fijne ringetjes – leg de ringetjes in koud water
  • 1 zakje tortillachips
  • blaadjes groene koriander om af te werken


Hoe maak je het?
  1. Neem een grote zware (gietijzeren) stoofpot.
  2. Verwarm de olijf olie op een middelmatig vuur.
  3. Voeg 1 eetlepel komijn en 2 koffielepels pimentón (of 1 kl paprika en ½ kl chilipoeder) toe aan olie en roer door de olie. De kruiden kleuren de olie en je krijgt een rokerig aroma.
  4. Voeg de fijngehakte uien toe en bak ze ongeveer 10 minuten.
  5. Nu volgt het geheim van de chef: doe een stukje donkere chocolade en 1 kl cacao bij de uien en roer goed door.
  6. Voeg de knoflook toe en roer goed door tot je een kruidige pasta hebt.
  7. Roer de paprika en de champignons door de pasta en laat ze een tijdje pruttelen.
  8. Zodra de groenten zacht zijn, doe je de stukjes tomaat en het sap erbij.
  9. Zet het vuur wat hoger tot het mengsel begint te borrelen en zet het vuur dan weer lager.
  10. Giet het bokaal bonen door een vergiet en spoel ze af. Doe de bonen in de pot.
  11. Zet het vuur wat hoger tot het allemaal opnieuw begint te borrelen en draai het vuur weer laag.
  12. En nu moet je geduld hebben. De chili moet minstens een uur of twee pruttelen, bij voorkeur langer.

Net voor het opdienen kan je beginnen met de extra’s te maken.
  1. Giet de ringetjes sjalot af en laat ze drogen op keukenpapier
  2. Maak de guacamole (veel lekkerder dan gekocht). Snij de schil van de avocado door in de lengte zodat je vier sneden hebt. Pel de schil los en snij dan dwars door het vlees tot op de pit om het avocadovlees los te maken. Doe de stukjes avocado in een kom, voeg het limoen/citroensap toe en plet met een vork (ik gebruik een pureestamper). Je mag de avocado niet mixen. Doe de versnipperde sjalot, de tabasco, p&z en als je die lust de blaadjes groene koriander bij het avocadomengsel. Proef en werk verder af naar smaak door meer te kruiden indien nodig.
  3. Doe de tortillachips in een schaal.

 Bestrooi de chili met korianderblaadjes en serveer met de kommetjes extra’s. Je kan de chili  opscheppen met de chips in plaats van met een lepel.


zondag 19 januari 2014

Quinoa met prei en pompoen

Gezond eten is niet zo moeilijk als je thuis bent en je eigen maaltijd kan bereiden. Het probleem stelt zich vooral als je niet thuis eet, en dan vooral als je een lunch wil meedoen naar je werk. Broodjes en pastaslaatjes zijn nefast gezien de hoge hoeveelheid koolhydraten, slaatjes zijn ‘te koud’ in de winter. Wij hebben de oplossing gevonden met quinoa.

Quinoa was vroeger enkel gekend bij de diehard macrobioten, maar staat nu volop in de belangstelling. 2013 is zelfs door de Verenigde Naties uitgeroepen tot “Jaar van de Quinoa” Iedereen weet ondertussen dat dit supervoedsel is. Quinoa is geen graan maar familie van de spinazie en past dus in een glutenvrij dieet, het bevat veel vezels en is een volledig proteïnepakket. Volgens de FAO, de Wereldvoedsel- en Landbouworganisatie, is het de enige plant die alle essentiële aminozuren en vitaminen bevat. Probeer altijd biologische fairtrade quinoa te kopen, dit is de enige die het productieproces duurzaam probeert te houden.

Prei en pompoen zijn echte wintergroenten, ze passen dus in een winterlunch.


Wat heb je nodig (voor 2 personen)
  • 150 g quinoa (bio en fairtrade)
  • 250 g pompoen (Hokkaido) – in blokjes van 1 cm
  • 2 preien – in ringen van 1 cm breed
  • 2 teentjes look - fijngesneden
  • 2 el gehakte peterselie
  • 50 g pijnboompitten (licht geroosterd) of andere nootjes (gehakt dan)
  • citroensap
  • olijfolie
  • klontje boter
  • p/z (naar smaak)
  • 1 tl tijmblaadjes

Hoe maak je het? 
  1. Begin met de groenten panklaar te maken. Bij de prei snij je het harde groene deel af  (lichtgroen is oké). Snij dan van de baard (wit gedeelte) naar het groene gedeelte door de prei. Laat de wortelkant aan elkaar vast zitten. Hou de prei nu onder de kraan en laat het water van het wit naar het groen stromen. Wrijf een beetje op de groene blaadjes om alle aarde te verwijderen. Snij nu het uiteinde met baard eraf. Laat de preien uitlekken. Snij in ringen.
  2. Ik kies altijd voor een Hokkaido pompoen, die bestaan ook in kleine maten en je mag de schil eraan laten. Wees voorzichtig met het doorsnijden van de pompoen. Neem een grote snijplank en een scherp koksmes. Leg de pompoen op een theedoek zodat hij niet kan wegglijden en snijd hem doormidden. Haal de pitten en draden uit de halve pompoen en leg hem op het snijvlak. Snij de pompoen in maantjes. Leg die dan op hun zijkant om ze in blokjes te snijden.
  3. Verhit de boter en 1 el olijfolie in een hapjespan (hoge pan met deksel) en voeg de prei, de look en de pompoen toe. Roer goed om en bestrooi met de tijm en peper en zout. Zet een deksel op de pan en laat zachtjes gaarstoven (15 à 20 minuten).
  4. Spoel intussen de quinoa in een zeef onder stromend water. Doe 300 ml water en een beetje zout in een kookpot en breng aan de kook. Giet de gespoelde quinoa in het water. Zet het deksel op de pot en laat 10 minuten heel zachtjes koken, er mag geen stoom ontsnappen. Zet het vuur dan uit en laat de pot nog een aantal minuten staan tot al het water is opgenomen.
  5. Doe de pijnboompitten in een pannetje met antiaanbaklaag en bak op een laag vuurtje. Je moet het pannetje regelmatig schudden en in de gaten houden, pijnboompitten verbranden snel. Als de pitjes lichtbruin zijn moet je ze van het vuur halen en in een schaaltje gieten (niet in de pan laten om verder roosteren te vermijden).
  6. Meng de gare groenten met de quinoa en de pitjes. Strooi er peterselie over, het sap van een halve citroen (of meer/ minder naar smaak) en 1 el olijfolie.

Je kan dit gerecht zo opeten of er een beetje kaas over strooien en onder de grill zetten, maar wij nemen het mee naar ons werk als lunch. 


Dit recept is geïnspireerd op een recept van Hugh Fearnley-Whittingstall.


zondag 5 januari 2014

Savooikool gebakken in de oven

Als je de seizoenen probeert te respecteren bij het aankopen van groenten, dan ben je nu beland in de koolmaand: bloemkool, rode kool, witte kool, groene kool, spruitjes, koolrapen... en savooikool.
Savooikool behoort tot de familie van de sluitkolen en is de meest winterharde van alle sluitkolen. Het blad van de savooikool is gebobbeld en gekruld. De bladrand is gekroesd.

Het is één van de oudste koolsoorten en afkomstig uit het Middellandse zee­gebied. De Nederlandse naam savooi verwijst naar het Graafschap Savoye, dat het drielandenpunt Frankrijk – Italië – Zwitserland als grondgebied had.  Ook de Franse naam  ”chou de Milan” verwijst  naar de oorsprong van de soort.

De savooikool was al gekend bij de Romeinen, hoewel de savooi  voor hen vooral van therapeutisch belang was. Ze werd vooral gebruikt bij verwondingen en om verzweringen op de huid mee te genezen. In de Middeleeuwen, ten tijde van Hildegarde van Bingen gebruikte men savooikool ook bij interne klachten, vooral darmaandoeningen.


Traditioneel wordt kool eerst geblancheerd en dan gestoofd met spek. Dit recept sluit perfect aan bij de traditionele Vlaamse vleeskeuken, maar wij waren op zoek naar een puur koolgerecht. Wij zijn fan van groenten in de oven en zo vonden we dit recept van savooi. Snel, gemakkelijk en heel lekker.

Wat heb je nodig?
(voor 4 personen als je daarnaast nog andere groenten bereidt) 
  • 1 savooikool
  • 2 el olijfolie
  • zout, peper
  • 2 el Parmezaanse kaas (naar smaak)
  • 1 teentje look (naar smaak)

 Hoe maak je het? 
  1. Zet de oven aan op 245°C.
  2. Verwijder de harde buitenste bladeren en de stronk van de savooi.  Was de kool zorgvuldig omdat er in de groeven weleens zand durft achter te blijven. Snijd de kool in vieren en snij de witte kern eruit. Snijd de koolkwarten dan in repen van twee centimeter en die repen dan nog eens in blokjes van 2 centimeter.
  3. Leg bakpapier in een diepe ovenplaat en verspreid de versnipperde kool erop. Doe er olijfolie en peper en zout op en hussel door elkaar. Laat 8 minuten bakken en meng dan nog eens. Laat 5 minuten verder bakken en strooi dan naar smaak de kaas erover. Laat nog een tweetal minuten bakken. Sommige koolreepjes beginnen lichtjes te karamelliseren terwijl de stevigere delen mooi zacht worden.
    Wil je look toevoegen, doe dat als je de kool een tweede keer mengt.



vrijdag 26 juli 2013

Lekker én veggie - de specerijen



Overschakelen naar vleesarm of vegetarisch koken is niet simpel. Veel mensen beginnen met hun stuk vlees te vervangen door een vegetarische schijf of burger. Er wordt al eens geëxperimenteerd met seitan of tofu, maar dikwijls valt dat tegen. Lekker vegetarisch koken is veel meer dan dat, je moet je een heel nieuwe kookkunst eigen maken. 
Hoe doe je dat? Door naar de Oosterse of Zuiderse keuken te kijken waar vlees sowieso een bijrol speelt. De recepten uit India, Thailand, Italië, Griekenland, Spanje en de Arabische landen puilt uit van vegetarische schotels die op zichzelf kunnen staan. Deze keukens gebruiken traditioneel veel groenten, peulvruchten, specerijen, kruiden en noten. Dit zijn allemaal ingrediënten vol belangrijke voedingsstoffen. 

Overschakelen op een lekker vegetarisch dieet vraagt dus goede recepten – die je al op ZapHap vindt – en een aanpassing van je voorraadkast en kruidenrek. Hieronder vind je een lijstje van veel gebruikte specerijen. 

Iedereen heeft sowieso enkele klassiekers in zijn kast staan: zeezout, een pepermolen met zwarte peper, nootmuskaat en rasp, kruidnagels, gedroogde tijm en laurier, paprikapoeder, cayennepeper, kerriepoeder, gedroogde oregano en jeneverbessen. 

Iets gespecialiseerder zijn: gemalen kaneel, gemalen komijn, gemalen koriander, kurkumapoeder, saffraan in draadjes, gemalen chilipeper of pili-pili en Garam Masala. 

Wie ook korianderzaad, komijnzaad, karwijzaad, venkelzaad, Szechuanpeper, kardemomzaadjes, pimentón, Piment d'Espelette en Râs al hânout in huis heeft is perfect uitgerust om lekker veggie te koken.

In het tweede deel van deze blog duik ik in mijn voorraadkast en in mijn kruidentuin om een lijstje te maken van ingrediënten die ik vaak gebruik.


zaterdag 20 juli 2013

Sangría, what's in a name?

Als de thermometer op ons terras 25°C in de schaduw aanduidt, maken we Sangria en wanen we ons in Spanje. Sangría komt van het Spaans 'sangre' wat bloed betekent en het verwijst uiteraard naar de kleur van de wijn die gebruikt wordt. Je hebt evenveel soorten Sangría als er mensen zijn, maar dit recept vinden wij persoonlijk héél geslaagd.

Recepten voor alcoholische dranken passen misschien niet op een blog over gezond eten, maar wij zijn van oordeel dat het leven leuk moet blijven. Af en toe eens zondigen is ook gezond en als je zelf je zondes brouwt weet je op zijn minst dat er geen chemische rommel in zit.



Wat heb je nodig?
(voor 4 personen)

  • 1 fles fruitige rode wijn, kies niet de goedkoopste wijn maar een wijn die je ook zou drinken zonder toevoegingen
  • 60 ml Triple Sec of Cointreau
  • 45 ml brandewijn of (fruit)jenever
  • 60 ml suikersiroop (30 g suiker eventjes laten opkoken in 30 ml water) of 30 ml agavesiroop
  • 1 grote sinaasappel, 2 kleine citroenen, 2 limoenen (alles bij voorkeur biologisch omdat je de schil gebruikt). Uit dit fruit pers je de hoeveelheid sap die hieronder beschreven staat.

  • 45 ml vers sinaasappelsap (het sap van een halve sinaasappel ongeveer)
  • 30 ml vers citroensap (het sap van één kleine citroen ongeveer)
  • 30 ml limoensap (het sap van één à anderhalve limoen ongeveer)
  • schijfjes sinaasappel, citroen en limoen gesneden uit het fruit dat overblijft na het persen voor het sap

Hoe maak je het?

1. Zet de fles wijn een uur voor je aan het recept begint in de diepvriezer of in een ijsemmer. Leg het fruit in de koelkast.
2. Pers het sap van de citrus vruchten en meet de juiste hoeveelheid af. Je hebt hiervoor een maatbeker nodig met kleine maateenheden, maar ik gebruik een oude zuigfles. Giet het sap in een glazen schenkkan.
3. Meet de Cointreau en de jenever af en giet ze ook in de kan.
4. Voeg de suikersiroop toe en meng alles goed met een lepel.
5. Doe de schijfjes fruit in de kan en giet de rode wijn erop. Meng nogmaals goed, het is van belang dat de suikersiroop, het sap en de wijn goed gemengd zijn zodat er zich geen verschillende lagen vormen. Laat minstens een uur trekken in de koelkast.

Hoe dien je het op?

Traditioneel wordt Sangría in een (glazen) kan met een speciale tuit gepresenteerd. De toegeknepen tuit zorgt ervoor dat de stukken fruit niet in je glas vallen. Het fruit dient dus enkel om smaak te geven aan de wijn, het is niet de bedoeling dat het opgegeten wordt.

Schenk de Sangría in rode wijnglazen en geniet ... met mate, want Sangría lijkt licht maar heeft een hoog alcoholgehalte.

¡Salud!





dinsdag 16 juli 2013

Vegetarische harira met pompoen en kekererwten



Harira is een maaltijdsoep van Arabische oorsprong die quasi het nationaal gerecht van Marokko is geworden. De soep heet daar ook vastensoep omdat hij veel gegeten wordt tijdens de Ramadan. Het is een voedzaam, pittig gerecht waar elke kok zijn of haar eigen toets kan aan geven. In de traditionele soep zit wel (lams)vlees. Dit is een vegetarische variant.

Kekererwten of kikkererwten zijn peulvruchten. Je kan ze gedroogd kopen en dan moeten ze een nacht weken. Ik gebruik meestal een bokaal, die kekererwten kan je zonder weken toevoegen aan je gerecht en ze smaken even lekker.

Rode linzen zien er eigenlijk oranje uit en zijn een topproduct voor de vegetarische keuken. Ze bevatten veel eiwitten, vitamines uit de B familie en heel veel mineralen. Rode linzen gebruiken is niet moeilijk, je voegt ze gewoon toe aan soep of saus. De linzen nemen het vocht op en je krijgt een mooi gebonden gerecht.

Wat heb je nodig?
(voor 2 personen - 4 borden)
  • 2 el olijfolie bakken&braden
  • 300 g ui, in blokjes
  • 2 teentjes knoflook, fijngesneden
  • 1 stengel (bleek)selderij in fijne maantjes gesneden
  • 1 tl versgemalen peper
  • 1 tl kurkuma
  • ½ tl kaneel
  • ½ tl gemberpoeder
  • ½ tl chilipeper (meer of minder, naar smaak)
  • 100 g rode linzen
  • 230 g kekererwten (de netto inhoud uit een bokaal) afgegoten en afgespoeld
  • 10 draadjes saffraan
  • 400g tomatenblokjes uit blik of passata
  • een handvol peterselie, grof gesneden
  • een bos koriander (naar smaak), grof gesneden
  • 300 g hokkaido (Japanse) pompoen in stukken van 3x3 cm
  • 1 kleine el groentebouillon pasta (zoals Herbamare) of 1 bouillonblokje
  • 1 laurierblad

Hoe maak je het?

  1. Doe de olie in een sauteerpan (met hoge rand en deksel) of in een kookpot. Verhit op middelhoog vuur en bak de uien tot ze een beetje kleuren. Zet het vuur lager en voeg de knoflook, de selderij en alle specerijen (peper, kurkuma, kaneel, gemberpoeder, chilipeper) toe. Bak eventjes mee.
  2. Doe hier nu de linzen, de kekererwten, de saffraan, de tomatenblokjes, de peterselie en de helft van de verse koriander bij. Zet het deksel op de pan en laat 15 minuten sudderen op een laag vuur.
  3. Je kan ondertussen de pompoen snijden. Ik gebruik liefst de fel oranje hokkaido pompoen omdat je die niet moet schillen. Snijd voorzichtig de pompoen in twee en schep er met een eetlepel de zaden uit. Leg de snijkant naar beneden op een snijplank en gebruik een groot mes om de pompoen in kleinere maantjes te snijden. Die kan je dan gemakkelijk in blokjes snijden. Doe die blokjes in de pan samen met de bouillon en het laurierblad. Giet er water bij zodat alles onder staat. Zet het deksel weer op de pan en laat nog een half uur sudderen. Als je eerder een stoofpotje wil dan kan je het deksel vroeger verwijderen zodat er wat water kan verdampen.
    Breng eventueel nog op smaak met zout en peper.

Hoe dien je het op?

Schep de maaltijdsoep/stoofpot in een diep bord en versier met verse koriander of bladpeterselie.






Dit recept is geïnspireerd op een recept van Hugh Fearnley-Whittingstall